In de wachtkamer van de dokter las ik een artikel in het magazine van “Vrouw” De titel van het artikel was “Vrouw biecht op”.
In deze aflevering biecht een vrouw op dat ze heel erg perfectionistisch is en van een opgeruimd huis houdt. Het houden van een opgeruimd huis, daar is niets mis mee, maar deze vrouw ging er wel erg dwangmatig mee om.
Haar dochtertje van 3 jaar kreeg geen zandbak, want dat gaf alleen maar zand en vuil in huis. Als haar dochtertje een koekje of een cracker at, liep ze achter haar aan met de kruimeldief om de kruimels op te zuigen. En zo noemde ze nog een heleboel andere voorbeelden op waar ze last van heeft. Hoewel ik niet echt de indruk kreeg dat ze daar echt last van had.
Maar als klap op de vuurpijl vertelde ze dat ze besloten heeft om geen tweede kind meer te willen vanwege haar perfectionisme en de wil van het hebben van een schoon en opgeruimd huis, ondanks dat haar man het niet eens is met deze beslissing.
“Wat vreselijk”, dacht ik, “deze vrouw is een slaaf van zichzelf. Is deze vrouw wel gelukkig?” Wat me nog meer verbaasde, is dat deze vrouw niet het besef heeft dat er iets mis is . Deze vrouw heeft hulp nodig. Perfectionisme tot daaraan toe, maar wel tot op zekere hoogte.
Wat zou ik graag eens met deze vrouw willen praten om haar te kunnen laten inzien dat het ook anders kan. Dat er ondanks het feit dat er wat zand binnen ligt, omdat haar dochterje net uit de zandbak komt, het leven ook gezellig en leuk kan zijn.En dat het prettig is dat een huis leefbaar is, zonder dat het echt rommelig is.
Een lichtpuntje gloort aan de horizon voor deze vrouw, het feit dat ze heeft “opgebiecht”is een eerste stap naar verandering.
Thuisgekomen van mijn doktersbezoek, kijk ik eens heel tevreden rond in mijn rommelige, maar leefbare huiskamer. Met een kop koffie ga ik op de bank zitten en zeg tegen mezelf: Welkom thuis!